Beleidsparagraaf 4 Investeringen

Inleiding

In deze beleidsparagraaf  wordt  inzicht gegeven in het verloop van de  investeringen in  2015 en 2016 en de gevolgen voor 2017-2019. Deze paragraaf wordt steeds bij de begroting cq. jaarrekening geactualiseerd en geeft daarmee een voortschrijdend inzicht in het verloop van de investeringen.
Het gaat om de investeringen exclusief de investering in de grondexploitaties.

De investeringen worden in deze paragraaf  integraal in beeld  gebracht waarbij  de toe- en afname van de  investeringsomvang, het verloop in jaarschijven, de verhouding eigen middelen/derden etc. inzichtelijk wordt  gemaakt .
Tevens gaan we in deze paragraaf  in op het Stadsontwikkelfonds en besteden wij aandacht aan het EMUsaldo en de wet HOF.

De investeringen zijn onderverdeeld in:

A.   Voorgenomen projecten waarvoor middelen zijn gereserveerd, maar waarover nog besluitvorming moet plaats vinden in de loop van 2015 of later (inclusief nog vrije middelen t.b.v bestedingsvoornemens in reserves)
B.   Lopende projecten waarover  t/m juli 2015 besluitvorming heeft plaats gevonden
C.   Vervangingsinvesteringen.

 A   Voorgenomen projecten PPN waarvoor nog besluitvorming plaats moet vinden

Voorgenomen investeringen PPN (investeringsbedrag)

Gemeentelijke investering 2015/2016

Resterend 2017 – 2019

Externe middelen

Totaal

Go / no go moment

Binnenstad uitvoeringsmaatregelen(1)

1.710.000

pm

1.710.000

2016

1e  tranche Spoorzone (2)

950.000

950.000

2016

Campus windesheim looproute (3)

25.000

1.660.000

1.685.000

2015

N35 (4)

250.000

250.000

Afh. van prov.

Doorstroomassen(5)

343.000

235.000

  578.000

Per deelproject

Onderwijshuisvestingsplan (6)

1.951.000                      

2.551.000

Begroting 2016 ev

Structurele  gemeentelijke lasten van bovenstaande  voorgenomen investeringen (cumulatief)

2016

2017

2018

2019

2020

Onderwijshuisvestingsplan

45.000

175.000

286.000

320.000

336.000

Toelichting op de voorgenomen investeringen

  1. Binnenstad:
    Dit uitvoeringsbudget is nodig om snel te kunnen inspelen op kansen en dient als hefboom voor ontwikkelingen van derden in de binnenstad.  Van het budget binnenstad 2012-2015 .  resteert nog €1.010.000. Dit bedrag is gereserveerd voor het Gasthuisplein. Besluitvorming hierover wordt verwacht in januari 2016.
    De opgaven voor de binnenstad worden steeds meer bekeken vanuit een nieuwe ambitie en focus waarbij vooral wordt ingezet op kort cyclische processen en hot spots. In 2015 wordt deze nieuwe ambitie onderzocht en uitgewerkt in een visie. Dit betekent dat het programma voor 2015 en 2016 is aangepast. Het aangepaste programma kan in 2015 worden opgepakt vanuit de resterende beschikbare middelen. Voor 2016 is bij de PPN in 2015 €700.000 aan extra incidentele middelen beschikbaar gesteld voor o.a. de routering, Voorstraat, Grote Kerk en Broerenkwartier.  Op basis van de visie zal in april 2016 bij de PPN een verdere invulling van het binnenstadprogramma voor 2017 en verder worden voorgelegd.
    Voor de coördinatie, communicatie, projectleiding en begeleiding van nieuwe initiatieven was voor 2015 nog een planbegeleidingsbudget beschikbaar .  Vanuit het coalitieakkoord is een onderzoek gestart naar de structurele lasten waaronder de personele inzet, die met het programmamanagement binnenstad gemoeid zijn. Voor 2016 is de planbegeleiding binnen de bestaande middelen opgelost. In de PPN 2017-2020 zullen wij nader ingaan op het vervolg.
  2. Spoorzone 1e tranche:
    De raad heeft op 21 januari 2013 een krediet van € 4.2 mln. beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van zogenaamde no regret maatregelen in de reizigerstunnel zuidzijde (1
    e scope-interventie). Deze investering wordt gedekt uit de provinciale ontwikkelingsbijdrage Spoorzone (1e en 2e tranche).
    Vanuit de 1e tranche is nog een bijdrage van € 950.000 gereserveerd voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit voor gebied Noordzijde in aansluiting op reizigerstunnel. Met de provincie wordt nu overlegd over de inzet van deze middelen en de termijn waarop de uitvoering kan worden gestart.   
  3. Looproute Campus-Windesheim:
    Dit project loopt mee in de planvorming van de Spoorzone, maar is geen onderdeel van de businesscase. j  Wij verwachten  een masterplan vastgoed van de Hogeschool Windesheim . Tezamen met de Hogeschool verkennen wij het effect van het masterplan op de route en wordt er een quick scan gemaakt  van de alternatieven. Het resultaat van de quickscan zal eind 2015 bekend zijn.
  4. N35:
    De besluitvorming over de gereserveerde bijdrage in het tekort van het provinciale project van €250.000 (als onderdeel van de pakketafspraken met het rijk) zal op zijn vroegst  eind 2015, begin 2016 kunnen plaatsvinden, wanneer de oplevering van de N35 gepland staat.
  5. Doorstroomassen:
    Het totale project  bedraagt €15 mln.  waarvan € 1,2 mln. gemeentelijke middelen en € 13,8 mln.provinciale subsidie. Besluitvorming vindt plaats per deelproject. Inmiddels heeft besluitvorming plaatsgevonden over het werkplan 2011-2014 en over de uitvoering van de projecten Katerdijk, Pannenkoekendijk en Harm Smeengekade en de Willemskade. Met de provincie wordt nu overlegd over de uitvoering van de laatste fase van het project  met mogelijkheden voor de oosterlijke as, Eekwal of  Westerlaan en over de afloop van de subsidietermijn per juli 2016.  
  6. Onderwijshuisvesting:
    De investeringen onderwijshuisvesting worden jaarlijks vastgesteld door actualisatie van het masterplan onderwijshuisvesting. Het onderwijshuisvestings-programma 2015 is inmiddels grotendeels (muv 0,6 mln gymaccomodaties) vastgesteld en verwerkt in de lopende projecten. Zie voor de gymaccommodaties berap2 2015 Het programma 2016 zal eind 2015 worden voorgelegd met een totaalkrediet bedrag van ca. € 3,1 mln.. Naast het huisvestingsprogramma 2016 staat  voor de komende jaren het huisvestingsprogramma 2017 t/m 2019 gepland.  De lasten van de geraamde investeringen t/m 2017 zijn gedekt. Voor investeringen vanaf 2018 zal de dekking bij de komende perspectiefnota's worden afgewogen.

B   Lopende projecten

Onder deze categorie vallen de investeringskredieten (exclusief de grondexploitaties) waarover de raad al een besluit heeft genomen. Deze projecten worden gestart of zijn al in uitvoering. De investeringen vinden gefaseerd over meerdere jaren plaats in zogenoemde jaarschijven.
Per 1/07/2015 staat er in totaal voor € 268,9 mln. aan lopende investeringen uit. Het gaat dan om de restantkredieten per 31/12/2014  (€ 231,7 mln.)  aangevuld met nieuwe kredieten van genomen raadsbesluiten in 2015 (€ 37,2 mln.) voor oa. Beter benutten,  verkeersveiligheid, doorstroming OV lange termijn pannenkoekendijk, onderwijshuisvesting, versnellingsactie sociale huur, Stadkamer  etc.

Totaal lopende projecten met indicatieve bestedingsverwachting in jaarschijven

Totaal lopende invest.

Verwachte  invest.
 2015

Verwachte  Invest. 2016

Verwachte Invest. 2017

Verwachte Invest. 2018

Verwachte Invest. 2019 ev.

Verwachte investeringen per 31/12/2014

231,7 mln.

Nieuwe kredieten 2015
t/m 1/7/2015

37,2 mln.

Totaal begrote jaar- schijf begroting 2016 per 1/7/2015

268,9 mln.

114 mln.

60 mln.

35 mln.

20 mln.

39 mln.

In de bijlage “investeringsoverzicht” van het bijlageboek is een detailoverzicht van de investeringsprojecten opgenomen.

Investeringen per jaarschijf (in % mln.)


Relevante ontwikkelingen lopende projecten:
Hieronder wordt een aantal specifieke projecten toegelicht in verband met het wijzigen van de projectopzet cq. nieuwe ontwikkelingen. De voortgang cq. afwijkingen op projecten  worden eveneens  toegelicht in de voortgangsrapportage projecten (http://bit.ly/PnCQSY ) en de beleidsrapportage 2 2015..
Voortgang investeringsbesluit Spoorzone:
Aan de hand van de rapportage “Stad en Spoor verbonden” van 9 april 2013, die wordt gedragen door de samenwerkingspartners provincie Overijssel, NS Stations en ProRail, is het Investeringsvoorstel Spoorzone opgesteld. Hierover heeft de gemeenteraad op 30 september 2013 een besluit genomen en daarbij een krediet van € 100,6 beschikbaar gesteld. Deze investering wordt gedekt door bijdragen van: de provincie Overijssel van € 45 mln, de gemeente van € 45 mln, het ministerie van I&M van € 8,4 mln (fietsparkeren) en derden van € 2,2 mln. De gemeentelijke bijdrage wordt gedekt door vanaf 2015 structureel € 3 mln. per jaar uit te trekken.
De  investeringsvoorstellen worden gefaseerd voorgelegd aan de raad. Per planelement zal op basis van een programma met kostenraming en risicoberekening een kredietvoorstel worden gedaan.  
Overeenkomstig de motie van 30 september 2013 over de projectbeheersing, aangenomen bij behandeling van de krediet aanvraag van de Spoorzone, zal voor het project Spoorzone een aparte verantwoording via voortgangsrapportages  plaatsvinden.   De raad heeft op 10 maart 2014 kennis genomen van het integrale plan van aanpak en de wijze van uitvoering en beheersing, inclusief de afdoening van de op 30 september 2013 aangenomen motie.
In  elk voor- en najaar wordt  gerapporteerd, als onderdeel van de reguliere cyclus en bij de jaarrekening wordt aparte aandacht besteed bij de accountantscontrole. Voor de laatste voortgang wordt verwezen naar de voortgangsrapportage  projecten.
Voortgang Stadkamer en verbouwing stadhuis:
In verband met asbest  zal de verbouwing van de Stadkamer vertraging oplopen. Hierdoor zal de verhuizing van de bibliotheek  naar de Stadkamer niet tijdig kunnen plaatsvinden en moet er tijdelijke huisvesting gevonden worden.  Tijdelijke huisvesting is mogelijk in het stadhuis. Dit betekent dat de investeringen in de verbouw van het stadhuis worden uitgesteld.
Vrijval middelen diverse projecten:
Na 1 juli 2015 zijn bij de beleidsrapportage diverse projecten doorgelicht waarbij middelen zijn vrijgevallen. In deze investeringsparagraaf is daar nog geen rekening mee gehouden. Bij het actualiseren van de investeringen aan het einde van het jaar voor de jaarrekening zal dit worden verwerkt.  

C    Vervangingsinvesteringen

Vanwege (economische) veroudering, slijtage worden jaarlijks vervangingsinvesteringen gedaan om bijvoorbeeld de veiligheid, de bedrijfsvoering etc. te waarborgen. Een deel van de vervangingsinvesteringen loopt via de daarvoor ingestelde onderhoudsreserves, voor het andere deel worden investeringskredieten aangevraagd, waarvan de lasten gedekt zijn uit de jaarlijks te ramen vervangingsbudgetten. De vervangingsinvesteringen hebben in hoofdzaak betrekking op het beheer in de openbare ruimte, onderwijshuisvesting en de bedrijfsvoering.
Aangezien de investeringen onderwijshuisvesting zowel uit de vervangingsinvesteringen, als uit de stadsuitbreidingsbudgetten en uit nieuw beschikbare gelden bij de PPN worden gedekt, is deze post opgenomen onder cat. A.

In de begroting 2016 is voor € 5,4 mln. aan vervangingsinvesteringen opgenomen. Bij vaststelling van de begroting wordt impliciet ook ingestemd met de genoemde vervangingsinvesteringen.

Vervangingsinvesteringen

(bedragen x € 1 mln.).

2016

Dekking kapitaallasten

Beheer openbare ruimte (t.l.v. algemene middelen)

2,6

Uit jaarlijks vervangingsbudget

Beheer openbare ruimte (via kostendekkende tarieven)

0,3

Parkeren

Rioleringen

0,2

Uitvoering cfm. GRP 2011-2015

MPI (ICT-investeringen)

2,3

Uit bandbreedte ICT kapitaallasten

Totaal

5,4

De vervangingsinvesteringen beheer openbare ruimte, wagenpark en MPI investeringen zijn opgenomen in bijlage 2. De vervangingsinvesteringen rioleringsplan zullen conform Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 worden uitgevoerd.

Stadsontwikkelfonds
Omdat wij de samenleving uitnodigen om de stad op een toekomstbestendige manier te (helpen)ontwikkelen is in het coalitieakkoord de werking van het bestaande stadsontwikkelfonds verruimd. Met het fonds wordt beoogd een financiële bijdrage te leveren aan grote en kleine initiatieven die samen de stad tot bloei brengen. Daarmee creëren we een hefboom voor investeringen van onze partners.
Doelstelling van het fonds is het (tussentijds) mogelijk maken van initiatieven en projecten die een bijdrage leveren aan de sociale, economische en/of fysieke ontwikkeling van (delen van) de stad. Het stadsontwikkelfonds bevat ongeoormerkte middelen, opdat gedurende het gehele jaar besluiten door de raad kunnen worden genomen, waardoor flexibel kan worden ingespeeld op kansen die zich voordoen.
De verwachting is dat de diversiteit aan initiatieven groot zal zijn. Als richtlijn om middelen beschikbaar te stellen gelden de volgende criteria:

  • Het initiatief op sociaal, economisch en/of  fysiek gebied dient de ontwikkeling van de stad en past binnen de gemeentelijke ambities zoals neergelegd in de vier agenda’s.( zie hoofdstuk van coalitieakkoord naar PPN)
  • Het initiatief levert rendement op voor een groot deel van de stad
  • Het initiatief kan verdere ontwikkelingen in de stad aanjagen.
  • Het initiatief is binnen een jaar uitvoerbaar.  
  • De financiële bijdrage van de gemeente aan het initiatief bedraagt in principe  maximaal 50% van het totaal (inclusief gemeentelijke uitvoeringskosten). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de initiatiefnemer het grootste deel van de kosten voor zijn/haar rekening neemt. Het college kan gelet op het belang van een initiatief voorstellen doen om van dit percentage af te wijken.
  • Het betreft investeringsprojecten die met cofinanciering van mede overheden (doorgaans provincie en eu )  gerealiseerd kunnen worden en passen binnen de ambities van Zwolle.

Opdat ook kleine initiatieven, waarvan de gemeentelijke bijdrage kleiner is dan € 15.000 gehonoreerd kunnen worden,  zonderen we een deel van het Stadsontwikkelfonds af ter waarde van € 150.000. Tevens stemmen wij de bestedingen af met het budget burgercontacten in het kader van initiatiefrijk Zwolle.
Bij de PPN worden potentiële projecten zoveel mogelijk aangegeven. Er is geen sprake van voorbeslag.  Om kansen die zich voordoen te kunnen benutten,  kan het college ook tussentijds voorstellen aan de raad doen, waarbij dekking via het Stadsontwikkelfonds plaats vindt.
De vrije ruimte in het Stadsontwikkelfonds bedraagt € 2,65 mln.

Stadsontwikkelfonds

Stand per 1-1-2016

3.735.000

Reeds genomen besluiten:

  • N35 (reservering i.a.v. definitief besluit)

-250.000

  • Binnenstad

-700.000

  • Restant beschikbaar voor initiatieven

-135.000

Vrije ruimte in Stadsontwikkelfonds

2.650.000

Reserve incidentele bestedingen
De reserve incidentele bestedingen is leeg,  in de begroting doen we het voorstel om € 0,75 mln. in de reserve te storten. Aanwending van de reservemiddelen vindt normaliter plaats bij de integrale afwegingsmomenten in het voor- en najaar, maar indien nodig of gewenst kan – in overleg met de raad  - ook gedurende het jaar een beroep op de reserve worden gedaan.

Wet HOF en emu-saldo
De Wet HOF (Houdbare Overheidsfinanciën)  is een vervolg op de Europese afspraak om de stabiliteit in de Eurozone te handhaven. De Europese afspraak houdt in dat de nationale begrotingen maximaal een negatief EMU-schuld mogen hebben van 3% en op termijn moet worden afgebouwd naar 0%.

Eind 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel om de begrotingsnorm door te vertalen naar de gemeenten als totaal en andere decentrale overheden (eveneens als totaal). Van een individuele norm per gemeente is geen sprake evenmin dat er sancties aan een gemeente kunnen  worden opgelegd. Indien de begrotingsnorm van de decentrale overheden als totaal structureel worden overschreden dan zal het rijk met de medeoverheden in overleg treden hoe de overschrijding terug te dringen. Wel is per gemeente een referentiewaarde (negatieve kasstroom) aangegeven. Voor Zwolle is de referentiewaarde voor 2015 bepaald op € 17,4 mln. negatief. De referentiewaarde is een indicatie van het aandeel dat een gemeente op basis van het begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. De tekortnorm voor de decentrale overheden is 0,5% in 2015. De decentrale overheden zijn met de minister in gesprek om ook voor 2016 de norm op 0,5% te houden. De minister handhaaft voorlopig het eerdere voornemen om de tekortruimte te verlagen naar 0,4% in 2016, maar geeft wel aan dat gemeenten met hun investeringen niet op deze ruimte moeten sturen. Voor 2016 wordt er geen referentiewaarde vastgesteld. In 2016 wordt bezien of de verlaging van de tekortnorm in 2017 naar 0,3% realistisch is.
In het kader van de begroting is het verplicht informatie te verstrekken over het emu-saldo van de gemeente.
Op basis van de huidige investeringsplanning en going-concern uitgaven en inkomsten komt het EMU-saldo voor Zwolle er als volgt uit:

EMU – saldo Zwolle

2015

2016

2017

EMU-tekort / overschot

-75

-2

1

Referentiewaarde Zwolle (norm o.b.v.  2015)

-17

-17

-17

Tekort / overschot

-58

-4

18

De overschrijding van de referentiewaarde  is vooral het gevolg van de inzet van reeds ontvangen middelen (via reserves) en activering van de uitgaven (rente en afschrijving), waarvan de dekking in latere jaren plaatsvindt. Dit betekent dat tegenover de uitgaven geen directe ontvangsten in hetzelfde jaar staan. De werkelijke EMU-tekorten zijn vooral afhankelijk van het verloop van de investeringen en de uitgaven en inkomsten op de grondexploitaties.
In bijlage 9 van het bijlageboek is een nadere onderbouwing opgenomen.