Paragraaf 1 Kapitaalgoederen

Inleiding

Met het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een omvangrijk deel van de begroting gemoeid. In deze paragraaf is per onderdeel aangegeven vanuit welk beleidskader wordt gewerkt, wat de stand van zaken is, wat de financiële consequenties zijn en wat de actuele risico inschatting is. Deze onderdelen zijn:

  1. wegen
  2. riolering
  3. infrastructurele kunstwerken
  4. water
  5. groen
  6. speelvoorzieningen
  7. straatmeubilair
  8. buitensport accommodaties
  9. onderwijsgebouwen
  10. verhuurde panden Vastgoed inclusief panden t.b.v. huisvesting gemeentelijk personeel

Openbare ruimte

Het algemeen beleidskader voor het beheer van de openbare ruimte wordt geactualiseerd. De eerste stappen hierin zijn gezet. Begin 2015 heeft de raad de drie nieuwe beheerprincipes vastgesteld. Beheren doen we 'toekomstbestendig', 'samen' en 'op maat'. De herijkte visie op het beheer van de openbare ruimte is in de maak. De gewenste kwaliteit van het groen ligt vast in de productbladen beheer openbare ruimte ROVA – Gemeente Zwolle.

Voor extra informatie wordt verwezen naar programma 8.

Wegen

Beleidskaders:
De kadernota onderhoud wegen d.d. 2005.

Stand van zaken:
Jaarlijks worden de binnenstad en de hoofdinfrastructuur geïnspecteerd. Bij de overige wegen gebeurt dat eens in de 2 jaar. Deze gegevens worden verwerkt in ons beheersysteem.

Op de wegen/wegvakken, waarvan het beheersysteem aangeeft dat er onderhoud nodig is vanwege ernstige gebreken, wordt een extra toets uitgevoerd. Een zogenaamde "maatregeltoets".  Zo wordt de omvang van de onderhoudsbehoefte van de eerste twee planjaren duidelijker zichtbaar gemaakt.  Ook de omvang van achterstallig onderhoud wordt hiermee duidelijker in beeld gebracht. 
De prioritering van deze uitkomsten wordt enerzijds bepaald door criteria in de kadernota wegen, maar vooruitlopend op de nieuwe 'visie op het beheer van de openbare ruimte' wordt ook nadrukkelijk rekening gehouden met behoeften en opgaven vanuit de stad, en meer rekening gehouden met het gebruik van onze openbare ruimte.
Dit resulteert in een groslijst voor onderhoud wegen, die - samen met de groslijsten van andere producten en projecten - de basis vormt voor het MJOP (meer jaren onderhoudsplan) en het daaruit voortkomende jaarplan.

Financiële consequenties beleidsdoel:
Er is circa € 4,1 mln. beschikbaar voor onderhoud van asfalt- en elementenwegen (zie ook de verplichte paragraaf 2, onderdeel I overige risicoposten).

Financiële vertaling in de begroting:
In 2016 is per saldo circa € 7.2 mln. gemoeid met het product wegen, waarvan circa € 4.1 mln. voor het feitelijk/technisch onderhoud van de Zwolse wegen. Aan vervangingsinvesteringen is € 140.000 (exclusief BTW) beschikbaar in 2016.
Onder het product wegen vallen ook posten als straatreiniging, onkruidbeheer en gladheidsbestrijding. Vandaar dat niet het gehele budget van product wegen beschikbaar is voor daadwerkelijk wegonderhoud.

Actuele risico inschatting:

  • Als wegbeheerder zijn wij aansprakelijk voor schade ontstaan als gevolg van gebreken aan de weg (zie verplichte paragraaf 2). De veiligheid van de weggebruikers is (in principe) niet in het geding. Er is een klein risico met betrekking tot het voldoen aan de veiligheid, omdat onveilige situaties ons niet altijd bekend zijn. Zodra we dit weten wordt het direct verholpen.
  • Het beschikbare budget voor wegbeheer ligt onder het niveau van zero-based wegbeheer. Daarnaast vermindert de omvang van nieuwe ontwikkelingsprojecten waardoor ook sprake is van vermindering van versnelde verjonging van het areaal verharding. Hierdoor zijn we kwetsbaarder voor het ontstaan van schade. Dit geeft meer risico’s, zoals met name het risico van vorstschade.
  • Afgelopen jaar heeft verdiepend onderzoek plaatsgevonden op wegen waar de problematiek met snellere slijtage van geluidwerend asfalt (ZSA) mogelijk aan de orde kan komen. Uit dit onderzoek (boringen en inspecties) op de andere wegvakken waar dit type asfalt is toegepast, is geen sprake van de problematiek zoals eerder geconstateerd op de Hasselterweg en Westenholterallee. Bekend is echter dat dit type asfalt kwetsbaarder is dan was aangenomen en daardoor een groter risico kent op versnelde slijtage. Met het oog op dit grotere risico blijven we de wegvakken waar dit type asfalt is toegepast tijdens de jaarlijkse inspectieronde nauwlettend in de gaten houden.

Riolering

Beleidskader:
Het gemeentelijk rioleringsplan 2011 - 2015 (GRP).
Dit geeft aan hoe wij invulling geven aan onze wettelijke zorgplichten (Waterwet) voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, afstromend hemelwater en grondwater. Eind 2015 zal naar verwachting het GRP 2016-2020 worden vastgesteld.

Stand van zaken:
Om de uitgaven van onderhoud, energiekosten, adviezen, verbetermaatregelen en kapitaallasten te dekken wordt rioolheffing geheven. De opbrengst van de rioolheffing en de overige inkomsten (bijdragen derden) dekken de uitgaven 100%. Om sterke schommelingen in de hoogte van de jaarlijks vast te stellen rioolheffing op te vangen, maken wij sinds 1996 gebruik van de egalisatievoorziening riolering. De financiering van de aanleg van riolering in nieuw te ontwikkelen woon- en werkgebieden vindt geheel plaats via de grondexploitatie. Er is geen achterstallig onderhoud.

Financiële consequenties beleidsdoel:
Uitgangspunt bij uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is dat de uitgaven kostendekkend zijn. De egalisatievoorziening is positief, zodat wij een onvoorziene tegenvaller op kunnen vangen.

Financiële vertaling in de begroting:
Voor 2016 worden investeringsuitgaven ad € 0,3 mln. begroot. Voor het dagelijks beheer / onderhoud wordt € 3.4 mln. begroot (exclusief kapitaallasten ad € 2,5 mln.).
Voor wat betreft de tariefsontwikkeling in 2016 en de egalisatiereserve wordt verwezen naar de tarievennota 2016.

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Infrastructurele kunstwerken
Dit betreft bruggen, tunnels, kades, havens, sluizen, remmingswerken en waterkeringen.

Beleidskaders:
Er zijn geen landelijke of Zwolse kaders/richtlijnen inzake het beheer/onderhoud civiele kunstwerken.

Stand van zaken:
Op grond van een eenvoudig beheersysteem wordt een globale onderhoudsplanning opgesteld.
Omdat de onderhoudskosten per kunstwerk sterk kunnen verschillen kunnen deze alleen na gedetailleerde inspecties worden vastgesteld. Dat wil zeggen dat alle kunstwerken op basis van “Zwolse kennis en ervaring” worden beheerd en onderhouden (technisch). Alle kunstwerken worden minimaal eens per 2 jaar geïnspecteerd, op de aspecten heel en veilig. Op grond van de geconstateerde “schadebeelden” worden de schades beoordeeld en maatregelen vastgesteld. De ‘veiligheid’ bepaalt de prioriteit van de maatregel(en). De omvang van de uit te voeren maatregelen wordt bepaald door het jaarlijks beschikbare onderhoudsbudget. Grootschalige renovaties worden niet uit het onderhoudsbudget gefinancierd, maar incidenteel bekostigd. De technische installaties van de beweegbare bruggen worden jaarlijks geïnspecteerd op functionaliteit/storingsrisico. Landelijk is er zorg over de constructieve veiligheid van bruggen. Door de periodieke inspectie van alle kunstwerken hebben wij een goed beeld van de bruggen. Er zijn geen aanwijzingen dat voor de Zwolse bruggen de constructieve veiligheid gevaar loopt.

Financiële vertaling in begroting:
In 2016 is voor de kunstwerkenzorg circa € 1.25 mln. (inclusief € 370.000 kapitaallasten) beschikbaar. Hiervan wordt het dagelijkse beheer en onderhoud uitgevoerd. Binnen het huidige budget is zeer beperkte financiële ruimte voor verzorging van de kunstwerken (aspect ‘schoon’). De beschikbare middelen worden ingezet om gevaarlijke situaties te voorkomen en (aanstootgevende) graffiti te verwijderen.
Aan vervangingsinvesteringen is in 2016 voor kunstwerken (€ 233.000 exclusief BTW) beschikbaar.

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Water
Het gaat hier om watergangen, sloten, bermen, bermsloten en beschoeiingen.

Beleidskaders:
Grasbeheer 2008 – 2017 (voor de natte graslandjes en oevers)
De snijschouw ligt vast in de maaibestekken.

Stand van zaken:
Op de meeste Zwolse watergangen en sloten ligt de zogenaamde wettelijke schouwplicht (snijschouw) van het waterschap.
Het technische onderhoud van beschoeiingen e.d. gebeurt op basis van “Zwolse kennis en ervaring”. We inspecteren minimaal eens in de 2 jaar. De nadruk van de inspecties ligt op de aspecten heel, veilig en stabiliteit. De inspecteur noteert de geconstateerde “schade” en in overleg met de beheeradviseur worden de schades beoordeeld en maatregelen vastgesteld. De veiligheid en stabiliteit bepalen de prioriteit van de maatregel(en).

Financiële vertaling in begroting:
Voor het technische onderhoud van beschoeiingen en baggeren is per saldo circa € 350.000 beschikbaar. Voor onderhoud sluizen en remmingswerken is in 2016 per saldo circa € 84.000 beschikbaar. Aan vervangingsinvesteringen is in 2016 voor blauw beheer (beschoeiingen) € 150.000 beschikbaar.

Actuele risico inschatting:
Op korte termijn zijn er geen risico’s.

De kademuren langs de Thorbeckegracht en Diezerkade/Bleekerswegje zijn voorzien van een houten fundering die bij extreem laagwater zichtbaar is. Hierdoor kan houtrot versneld plaatsvinden waardoor de stabiliteit van de kademuren sterk kan teruglopen. Inspecties bij laagwater hebben aangetoond dat delen van het houtwerk sterk zijn ingerot. De verwachting is dat grootschalige renovatie binnen afzienbare tijd noodzakelijk is. Op grond van inspectieresultaten en te verwachten standzekerheid (restlevensduur) zal een renovatieplan worden opgesteld waarvan de financiële consequenties bij de PPN 2017-2020 aan de orde komen.

Groen

Beleidskaders:

  1. De bomenverordening 2013 inclusief Groene Kaart.
  2. De lijst Bijzondere Bomen 2013
  3. Het renovatieplan Licht op Groen, d.d. 2002.
  4. De nota Binnenstadsparken Zwolle, d.d. 1999.
  5. Het Groenbeleidsplan (GBP) 1998 – 2010 d.d. 1998.

Stand van zaken:
Alle ‘groeninformatie’ staat in het digitale groenbeheerssysteem en is opgenomen in Geopoort. Zo is al het groen in Zwolle inzichtelijk en met een interne raadpleegfunctie opvraagbaar.
Iepen en kastanjebomen worden gecontroleerd. Zieke iepen worden direct verwijderd en vervangen. De ongeveer 12.000 risicobomen worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de 800 “echte” risicobomen worden elk jaar gecontroleerd aan de hand van de VTA keuring (Visual Tree Assessment). Afhankelijk van de uitkomsten van de VTA inspectie worden maatregelen getroffen.

Financiële consequenties beleidsdoel:

In 2002 is de kwaliteit van het bestaande groen gedetailleerd geëvalueerd en is het renovatieplan ‘Licht op Groen’ opgesteld. Om het onrendabele groen om te bouwen tot efficiënt ingericht en duurzaam te beheren groen is tot 2020 jaarlijks € 124.000 (prijspeil 2015) beschikbaar gesteld.

Financiële vertaling in begroting:
In de begroting 2016 is circa € 7,6 mln. (inclusief kapitaallasten à € 88.000) opgenomen voor regulier groenonderhoud.
Aan vervangingsinvesteringen is in 2016 voor groen € 340.000 (exclusief BTW) beschikbaar. Dit budget wordt vooral gebruikt om knelpunten in de wijkgroenstructuur op te lossen.

Actuele risico inschatting:
De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er nog sprake van achterstallig onderhoud.
Boomziektes en –plagen:

  • Iepen, kastanjebomen en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen. Wat de kastanjeziekte betreft worden er preventieve maatregelen genomen. Dode kastanjes worden verwijderd en vervangen. De potentiële risicobomen, circa 12.000 stuks, worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de “echte” risicobomen, circa 800 stuks, worden elk jaar gecontroleerd.
  • De kosten voor de aanpak van de eikenprocessierups zijn in 2014 en 2015 gestegen. Direct optreden op plekken waar mensen in aanraking kunnen komen met de rupsen is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers. We bespreken regionaal hoe de toename kan worden beheerst.
  • Overlast door de spinselmot is in de afgelopen jaren afgenomen als gevolg van het vervangen van beplanting.
  • De essentakkensterfte, is voor het eerst gesignaleerd in Zwolle in 2012 en breidt zich langzaam verder uit. In 2016 hebben we extra aandacht voor deze ziekte.
  • Bovendien neemt overlast door “lekkende bomen” toe. Door warmere zomers, hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan “druipen”. Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast. Omdat het vooral gaat om hinder en geen gevaar voor veiligheid of de volksgezondheid richten we ons alleen op locaties met extreme overlast.

Door bovenstaande ontwikkelingen staat het budget weliswaar onder druk maar de uitvoering kan nog steeds binnen budget plaatsvinden.

Stormschade:
Stormschade wordt veelal veroorzaakt door bomen, die in hun val hun omgeving beschadigen. Het blad blijft tegenwoordig langer aan de bomen, waardoor deze langere tijd gevoelig zijn voor stevige stormen (een boom zonder blad kan veel meer wind verdragen). Bovendien vinden meer stormen plaats in de periode dat de bomen nog bladdragend zijn. Hiervoor zijn geen structurele middelen in de begroting opgenomen omdat stormschade zich onregelmatig voordoet en de schade sterk uiteenloopt.

Speelvoorzieningen

Beleidskaders:
De Nota Speelruimte in Zwolle d.d. 2000 (geactualiseerd in 2010 voor de natuurspeelplaatsen).
Speelruimtekaarten tot 12 jaar d.d. 2004.
Het Besluit Veiligheid Attractie- en speeltoestellen; sinds maart 1997 van kracht.

Stand van zaken:
Jaarlijks worden in het voorjaar alle speeltoestellen geïnspecteerd door een onafhankelijk bureau. Op grond van de uitkomsten van de inspectie vindt reparatie of vervanging plaats.
Er kunnen onaangekondigde controles op veiligheid worden uitgevoerd door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA ).

Financiële vertaling in begroting:
In 2016 is € 300.000 beschikbaar voor vervangingsinvesteringen voor spelen. In de begroting 2016 is € 650.000 opgenomen voor regulier onderhoud, waarvan € 200.000 voor kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen (m.a.w. € 450.000 is beschikbaar voor regulier onderhoud).

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Straatmeubilair
Het gaat hier om openbare verlichting en verkeersregelinstallaties (vri’s)

Beleidskader:
In de informatienota aan de raad van 11 december 2012 staat de visie op openbare verlichting en de aanpak voor (grootschalige) vervanging openbare verlichting.

Stand van zaken:
De gemeente streeft naar een zo duurzaam mogelijke openbare verlichting. Het beoogd doel is het openbare leven bij duisternis zo veilig en leefbaar mogelijk te maken, door het hebben en onderhouden van een veilige, energiezuinige en duurzame openbare verlichting, waarbij de (visuele) neveneffecten voor mens, dier en plant tot een minimum beperkt blijven.
Bij de vervanging moet rekening worden gehouden met de landelijke en Europese richtlijnen voor openbare verlichting. Door in bestaande situaties 1 op 1 te vervangen worden de huidige richtlijnen niet gehaald. Het wordt vanwege de hoge netwerkkosten te kostbaar om volledig aan de aanbevolen normen te voldoen. Om te voldoen moeten de afstanden tussen de masten worden verkleind en lantaarnpalen worden bijgeplaatst. De verwachting is, dat LED of andere innovatieve verlichting wordt ontwikkeld, die aansluit op de bestaande mastopstellingen en waarmee we beter voldoen aan de normen. Voor nieuwe verlichtingsontwerpen ten behoeve van projecten en reconstructies ontwerpen we volgens de richtlijnen.
De verkeersregelinstallaties moeten betrouwbaar zijn, daarvoor worden ze jaarlijks geïnspecteerd op technisch functioneren. Daarnaast worden ze twee keer per jaar visueel gecontroleerd.

Financiële vertaling in begroting:

Voor het technische onderhoud van straatmeubilair is in 2016 € 2.5 mln. beschikbaar, inclusief € 388.000 kapitaallasten.
Aan vervangingsinvesteringen is in 2016 voor straatmeubilair € 1.1 mln. (exclusief BTW) beschikbaar.

Actuele risico inschatting:
Tot nu toe vervingen we met het bestaande budget voor openbare verlichting circa 100 slechte masten en armaturen per jaar. Met als risico dat we over een aantal jaren geconfronteerd zouden worden met grote uitval en hoge kosten (kapitaalvernietiging en mogelijke sociale en verkeersonveiligheid). Omdat dat onwenselijk is, is in de PPN 2014 - 2017 budget beschikbaar gesteld voor de eerste fase van grootschalige vervanging en ombouw naar LED. Hiermee wordt het risico op niet functionerende verlichting (sterk) verminderd.

Voor het betrouwbaar houden van de verkeersregelinstallaties is het nodig jaarlijks minimaal 3 vri’s te vervangen. Er staan in Zwolle 65 verkeersregelinstallaties.  De gemiddelde levensduur is 15 jaar. Door jaarlijks 3 vri’s te vervangen, blijft het areaal up te date en betrouwbaar. Vervanging geschiedt op basis van leeftijd, functioneren, betrouwbaarheid en eventuele (geplande) reconstructies.

Buitensport accommodaties

Jaarlijks cultuurtechnisch onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
Het onderhoud op de buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van jaarplannen. De uitvoering van deze plannen wordt gedekt door structureel geld. Op basis van analyse van voorgaand jaar wordt het nieuwe jaarplan gemaakt (waarbij kleine accentverschuivingen mogelijk zijn).

Stand van zaken:
Enkele jaren geleden is de prijs kwaliteitsverhouding onderzocht en de uitkomsten hiervan waren goed.
Daarnaast worden bij bepaalde accommodaties periodieke keuringen uitgevoerd op basis van NOC/NSF normen.

Financiën:
In 2016 bedraagt het budget € 934.439

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Periodiek cultuurtechnisch onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
Dit onderdeel heeft betrekking op renovatie van sportvelden. De gemeente beschikt over 33 natuurgras sportvelden. Ieder jaar wordt in ieder geval 1 sportveld gerenoveerd. De technische levensduur bedraagt gemiddeld ongeveer 20 jaar.

Stand van zaken:
Op de meeste accommodaties zijn de NOC/NSF kwaliteitseisen van toepassing

Financiële vertaling in begroting:
Budget 2016 € 36.687

Actuele risico inschatting:

Geen risico’s.

Dagelijks bouwkundig onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
De verenigingen krijgen een jaarlijkse bijdrage per kleedkamer op basis van het stichtingsjaar waarvoor de vereniging geacht wordt het klein dagelijks onderhoud uit te voeren. Streven is om dit jaarlijks te schouwen en de verenigingen ook aan te spreken op de voor hen uit te voeren werkzaamheden, omdat deze van invloed kunnen zijn op het groot onderhoud.

Stand van zaken:
Jaarlijkse schouwen.

Financiële vertaling in begroting:
In 2016 is er een budget van € 75.252.

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Periodiek bouwkundig onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
Voor het groot onderhoud aan de kleedkamers is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Jaarlijks wordt de Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) beoordeeld en noodzakelijke werkzaamheden in overleg en afstemming met de verenigingen uitgevoerd.

Stand van zaken:
Jaarlijkse uitvoering van werkzaamheden op basis van MOP.

Financiële vertaling in begroting:
Bedrag fluctueert van jaar tot jaar. In de reserve sportaccommodaties (bijlagenboek) zijn de financiële gevolgen meerjarig vertaald.

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Renovatie openluchtbad

Beleidskader:
De renovatie van het Openluchtbad was in 2014 gereed.

Stand van zaken:
Na het zwemseizoen 2013 is de loslatende coating opnieuw aangebracht, deze kosten zijn verhaald op de verzekering.

Financiële vertaling in begroting:
De renovatie heeft uiteindelijk tot een tekort geleid van circa € 23.000 ten opzichte van de beschikbare middelen.

Actuele risico inschatting:

Op basis van een nog op te stellen MOP zullen de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden in kaart worden gebracht. Hiervoor zijn nog geen middelen gereserveerd in de gemeentelijke (sport)begroting.

Onderwijsgebouwen

Beleidskader:
Op grond van landelijke wetgeving en de lokale Verordening Onderwijshuisvesting heeft de gemeente een zorgplicht voor effectieve en efficiënte huisvesting van scholen voor basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs.

Stand van zaken:
Als gevolg van een per 1 januari 2015 inwerking getreden wetswijziging zijn de besturen van scholen voor basis- en speciaal onderwijs, net als de besturen voor het voortgezet onderwijs, zowel inhoudelijk als financieel volledig verantwoordelijk voor het totale gebouwonderhoud. V.w.b. het basis- en speciaal onderwijs geldt dit niet voor de gymnastieklokalen. Voor de bekostiging van het “buitenkantonderhoud” van deze lokalen kunnen besturen nog steeds aanvragen bij de gemeente indienen.

Financiële vertaling in begroting:
De bedragen die gemoeid zijn met het “buitenkantonderhoud” van de gymnastieklokalen bij het basis-en speciaal onderwijs zijn gebaseerd op een Meerjaren Onderhoud Plan (MOP).
Dit MOP wordt voor alle gymnastieklokalen centraal door het Expertisecentrum beheerd en bewaakt. Door een dergelijke centrale afstemming wordt bereikt dat op gelijkwaardige wijze de behoefte aan onderhoud wordt gedefinieerd en per gymlokaal wordt bewaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de financiële consequenties voor zowel het “binnenkantonderhoud” (schoolbesturen) en het “buitenkantonderhoud” (gemeente)
De kosten die voor rekening van de gemeente komen bedragen over de (10-jarige) MOP-periode in totaliteit € 1.055.804. Gemiddeld is dat per jaar dus ruim € 100.000. Per jaar verschillen de benodigde bedragen echter in hoogte, zulks afhankelijk van de aard en omvang van de in het betreffende jaar te treffen voorzieningen. Voor deze kosten zijn structurele middelen beschikbaar. 

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Verhuurde panden Vastgoed inclusief panden t.b.v. huisvesting gemeentelijk personeel

Beleidskader:
Het onderhoud van de verhuurde gebouwen van Vastgoed vindt plaats op basis van 10-jarige onderhoudsplanningen. Jaarlijks wordt naast het dagelijks onderhoud, het planbare onderhoud behorende bij een jaarschijf, opgedragen aan het Expertisecentrum, die circa 90% van de uit te voeren werkzaamheden uitbesteed.

Stand van zaken:
Het actueel houden van de onderhoudsplanningen is een continu proces. Jaarlijks wordt circa 1/3 deel van de panden opnieuw geschouwd. De staat van onderhoud van de verhuurde panden kan gemiddeld worden getypeerd als redelijk. Door de grote diversiteit van de panden, zowel in omvang als naar bouwaard en de toegepaste bouwmaterialen, zijn er echter verschillen waar te nemen. Alle gebouwen in bezit van onze gemeente, zijn verzekerd door middel van een Uitgebreide Gevaren Verzekering (UGV).

Financiële vertaling in begroting:

Het jaarlijks beschikbare budget voor zowel het dagelijks onderhoud als het planbare meerjaren onderhoud staat al enige tijd onder druk. In dit kader heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de PPN 2013-2016 ingestemd met de tijdelijke herinzet van de opbrengsten van verkoop van panden ter aanzuivering van de onderhoudsreserve “verhuurde panden” (reserve O30). Deze tijdelijke maatregel heeft geresulteerd in een aanvulling van de reserve met € 2 mln. Hiermee is de verwachting dat tot en met 2020 het onderhoud aan verhuurde panden conform de opgestelde onderhoudsplannen kan worden uitgevoerd. In de Meerjaren Prognose Gebouwen wordt jaarlijks afgewogen of en in welke mate aanzuivering van de onderhoudsreserves noodzakelijk is.

Actuele risico inschatting:

Reserve O27 “Onderhoud verhuurde panden is voldoende gevuld voor gedegen onderhoud tot en met 2020. Reserve O30 “Onderhoud gemeentelijke huisvestingspanden” daarentegen vertoont tekenen van uitputting. De meerjaren onderhoudsplannen van het stadhuis en stadskantoor behoeven actualisatie als gevolg van het project Het Nieuwe Werken en de uitgevoerde verduurzamingsmaatregelen. Na deze actualisatie, uit te voeren in het komende half jaar, kunnen we een gefundeerde uitspraak doen over de noodzaak tot aanzuivering van deze reserve. In dit kader wordt de raad bij behandeling van de PPN 2017 voorzien van een stand van zaken en, indien noodzakelijk, een voorstel tot aanvulling van de reserve.